zoutvleesemmer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zout·vlees·em·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zoutvlees zn en emmer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoutvleesemmer | zoutvleesemmers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zoutvleesemmer m
- emmer geschikt voor het bewaren van zoutvlees
- emmer met zoutvlees of waarin zoutvlees heeft gezeten
Gangbaarheid
- Het woord zoutvleesemmer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.