• zo·pas

zopas

  1. een korte tijd geleden, daarnet, daarstraks, juist, net, zo-even, zojuist, zonet.
55 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be