Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·re·cord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonrecord zonrecords
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zonrecordo

  1. (meteorologie) een grootste hoeveelheid zonuren die in een bepaalde periode is geregistreerd
     Sinds de start van de landelijke metingen is nog nooit zoveel uur zon geregistreerd in de maand maart als dit jaar. Sinds gisteren is er 211 uur zon gemeten, nu al meer dan de 208 uur van het vorige zonrecord uit maart 2014. Het aantal zonuren gaat de komende dagen nog verder oplopen.[1]
     In maart 1976 scheen er in de eerste tien dagen 72,4 uur zon, nu zal het uitkomen op zeker 85 uur. Het is nog niet te zeggen of er voor de hele maand ook een zonrecord gevestigd zal worden, al zijn de voortekenen niet ongunstig. Nederland blijft naar verwachting deze maand onder invloed staan van hogedrukgebieden. Voor een record zijn er meer dan 208 zonuren nodig, gemeten over de hele maand.[2]
  2. (meteorologie) de krachtigste hoeveelheid zonneschijn die in een bepaalde periode is geregistreerd

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Zonnigste maart ooit gemeten, maar houd winterjas bij de hand” (26 maart 2022), NOS
  2.   Weblink bron “Eerste tien dagen maart leveren recordhoeveelheid zon op” (DO 10 MAART 2022), NOS