zonneterras
- Geluid: zonneterras (hulp, bestand)
- zon·ne·ter·ras
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zonneterras | zonneterrassen |
verkleinwoord | zonneterrasje | zonneterrasjes |
het zonneterras o
- plaats met verharde vloer waar men kan zitten om van de zon te genieten
- ▸ Het Twentebad opent vanaf aanstaande zondag alleen het peuterbuitenbad, met het bijbehorende zonneterras. Het familiebad blijft in verband met de weersvooruitzichten voorlopig nog gesloten.[2]
- ▸ Naast appartementen zullen op het terrein van tien hectare ook een koffiebar, een zwembad, een zonneterras en een hondencrèche staan.[3]
- ▸ De woning, een monumentaal grachtenpand stammend uit het jaar 1610, heeft een oppervlakte van 168 vierkante meter over drie woonlagen en heeft onder meer twee slaapkamers, een badkamer, keuken en een zonneterras met uitzicht op de binnenstad.[4]
- Het woord zonneterras staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Alleen peuterbad Twentebad open” (28-04-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Eigen wijk in Silicon Valley voor werknemers Facebook” (04-10-2013), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Art Rooijakkers koopt nieuwe woning in Amsterdam” (25-04-2017), Tubantia