zomp

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zomp    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zomp

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘moerasland’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1177

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zomp	zompen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de zomp v / m

1. moeras

Afgeleide begrippen

• zompig, zomprus, zompzegge

Gangbaarheid

• Het woord zomp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zomp" herkend door:

52 %	van de Nederlanders;
51 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.