Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerspel [3] zomerspellen
[1+2] zomerspelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zomerspelo

  1. een spel dat men vooral speelt in de zomer
  2. sportevenement dat in de zomer plaatsvindt
     De 36 boksarbiters en juryleden die actief waren bij de Olympische Spelen van Rio 2016 zijn niet welkom bij de Zomerspelen van Tokio 2020.[1]
     Chef de Mission Pieter van den Hoogenband hoeft geen plaats voor Badr Hari te reserveren in zijn olympische selectie. Omdat de 35-jarige vechtsporter op 20 juni in Rotterdam Ahoy zijn rentree maakt in de kickboksring van Glory, is hij niet meer in beeld om als bokser Nederland te vertegenwoordigen op de Zomerspelen in Tokio.[2]
  3. naam van een spel dat men vooral in de zomer speelt
     Zin in een zomerspelletje? Goed, dan doen we het CDA-zomerspelletje. We gaan als CDA'ers in een kring zitten, met een bal.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “IOC ontzegt boksarbiters en juryleden Rio 2016 toegang tot Tokio” (20 nov. 2019), De Telegraaf
  2.   Weblink bron “’Deelname Badr Hari aan Olympische Spelen uitgesloten’” (21 feb. 2020), De Telegraaf
  3.   Weblink bron “CDA-zomerspel” (8 mei 2012), Het Parool