zolderruimte
- zol·der·ruim·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zolderruimte | zolderruimten zolderruimtes |
verkleinwoord |
de zolderruimte v
- (bouwkunde) vertrek dat direct onder het dak is gelegen
- ▸ Het plankje werd tien jaar geleden bij de verbouwing van het kantongerecht ontdekt op de zolderruimte.[2]
- ▸ Het plan voorziet ook in het benutten van de zolderruimte, maar Christiaanse geeft aan dat dat valt of staat met de hoeveelheid geld dat beschikbaar is.[3]
- ▸ „We wisten dat Kees een fervent puzzelaar was”, lacht Gerrit Boom, de horeca-uitbater die de zolderruimte ter beschikking stelde.[4]
- Het woord zolderruimte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Waar zijn de nabestaanden van timmerman Christiaan Vlaskamp?” (29-01-2014), Tubantia
- ↑ Weblink bron Jan Witting“Plan voor cultureel centrum in leegstaande school Ruurlo” (01-05-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron CHRIS VERVERS“Alles valt op z’n plaats” (15 feb. 2017), De Telegraaf