zoekbrengen
- Geluid: zoekbrengen (hulp, bestand)
- zoek·bren·gen
- samenstelling van zoek en brengen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zoekbrengen |
bracht zoek |
zoekgebracht |
zwak -cht | volledig |
zoekbrengen
- overgankelijk tijd besteden zonder specifiek doel
- Zij brachten hun laatste vakantiedagen zoek aan de kust.
- Het woord zoekbrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zoekbrengen" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be