Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·öp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoöp zoöps
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zoöpv

  1. samenwerkingsverband tussen mensen en dieren waarbij het belang van de dieren vertegenwoordigd wordt door een mens
Synoniemen

Gangbaarheid