zigzagsgewijze schaduw op de trap
  • zig·zags·ge·wijs
stellend
onverbogen zigzagsgewijs
verbogen zigzagsgewijze
partitief zigzagsgewijs

zigzagsgewijs [1]

  1. van links naar rechts gaan tijdens het vooruitgaan
    • Volgens mediaberichten van dinsdag waren de mensen op de terugweg in een tot taxi omgebouwde kleine vrachtwagen, waarin ze als sardines op elkaar waren geperst. De blijkbaar dronken chauffeur reed zigzagsgewijs over de rijksweg en geraakte 35 kilometer van de stad Vohemar in het noordoosten van het land van de baan. Het voertuig sloeg driemaal over de kop en kwam uiteindelijk weer midden op de baan terecht op zijn dak. De chauffeur was de enige die nagenoeg ongedeerd bleef, luidt het in het politierapport. Tegen hem werd klacht ingediend. [2] 
90 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]