zigzagsgewijs
- zig·zags·ge·wijs
stellend | |
---|---|
onverbogen | zigzagsgewijs |
verbogen | zigzagsgewijze |
partitief | zigzagsgewijs |
zigzagsgewijs [1]
- van links naar rechts gaan tijdens het vooruitgaan
- Volgens mediaberichten van dinsdag waren de mensen op de terugweg in een tot taxi omgebouwde kleine vrachtwagen, waarin ze als sardines op elkaar waren geperst. De blijkbaar dronken chauffeur reed zigzagsgewijs over de rijksweg en geraakte 35 kilometer van de stad Vohemar in het noordoosten van het land van de baan. Het voertuig sloeg driemaal over de kop en kwam uiteindelijk weer midden op de baan terecht op zijn dak. De chauffeur was de enige die nagenoeg ongedeerd bleef, luidt het in het politierapport. Tegen hem werd klacht ingediend. [2]
- Het woord zigzagsgewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zigzagsgewijs" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 08/11/2011 7 doden en 41 gewonden bij ongeval na begrafenis
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be