zielenpiet
- Geluid: zielenpiet (hulp, bestand)
- zie·len·piet
- samenstelling van ziel en Piet met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zielenpiet | zielenpieten |
verkleinwoord | zielenpietje | zielenpietjes |
de zielenpiet m
- iemand waarmee men medelijden kan hebben
- Hij is echt geen zielenpiet, hoor, hij kan wel tegen een stootje.
- Het woord zielenpiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zielenpiet" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be