ziekenfondskantoor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·fonds·kan·toor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenfondskantoor ziekenfondskantoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ziekenfondskantooro

  1. het bureau waar de werkzaamheden van het ziekenfonds worden verricht
     De kettingzaagmaniak is na een klopjacht van meer dan 24 uur opgepakt door de Zwitserse politie. De verwarde vijftiger verwondde maandagochtend met een kettingzaag twee medewerkers van een ziekenfondskantoor in het plaatsje Schaffhausen. Een van hen liep zware verwondingen op maar verkeert niet in levensgevaar.[1]
     Gewapende overval op ziekenfondskantoor in Oostende: In Oostende heeft een gewapende en gemaskerde man maandagmiddag tussen 5.000 en 6.000 euro buit gemaakt bij een overval op een filiaal van het socialistische ziekenfonds in de Nieuwpoortsesteenweg.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Opgepakt:kettingzaagmaniak” (25 jul. 2017), De Telegraaf
  2.   Weblink bron
    ivb
    “Gewapende overval op ziekenfondskantoor in Oostende” (07/04/2008), De Standaard