• zie·ken·boek
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenboek ziekenboeken
verkleinwoord ziekenboekje ziekenboekjes

het ziekenboeko

  1. boek waarin de zieken staan geregistreerd
     Het document uit het ziekenboek van het reservelazaret in Marienbad dateert van na Grass' verwonding door een granaatsplinter in 1945.[2]
  2. boekje waarmee iemand kan aantonen lid te zijn van een ziekenfonds
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Günter Grass en de SS: was het nu september of november 1944?” (28 augustus 2006), De Morgen