zevenenvijftigjarige

  • ze·ven·en·vijf·tig·ja·ri·ge

zevenenvijftigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van zevenenvijftigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een zevenenvijftigjarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord zevenenvijftigjarige zevenenvijftigjarigen
verkleinwoord

de zevenenvijftigjarigev / m

  1. levend wezen dat 57 jaar oud is of iets dat 57 jaar bestaat
    • De zevenenvijftigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.