Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zet·te ge·van·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gevangenzetten

zette gevangen

  1. enkelvoud verleden tijd van gevangenzetten
    • Ik zette gevangen. 
    • Jij zette gevangen. 
    • Hij, zij, het zette gevangen. 
  2. aanvoegende wijs van gevangenzetten


Gangbaarheid