Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zet·her·ha·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zetherhaling zetherhalingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zetherhalingv

  1. steeds weer opnieuw dezelfde zetten doen bij een bordspel als schaken en go
     Hij vond de stelling echter te gecompliceerd om voluit voor de winst te gaan en stemde door zetherhaling in met de deling van het punt.[1]
     Donderdag boekte hij zijn achtste remise van het toernooi, met zwart tegen de Fransman Maxime Vachier-Lagrave. Door zetherhaling werd al betrekkelijk snel tot deling van het punt besloten.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Anand dicht bij nieuwe tweekamp om wereldtitel” (27-03-2014), Tubantia
  2.   Weblink bron “Achtste remise Giri” (31-10-2014), Tubantia