zesenzeventigjarige

  • zes·en·ze·ven·tig·ja·ri·ge

zesenzeventigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van zesenzeventigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een zesenzeventigjarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord zesenzeventigjarige zesenzeventigjarigen
verkleinwoord

de zesenzeventigjarigev / m

  1. levend wezen dat 76 jaar oud is of iets dat 76 jaar bestaat
    • De zesenzeventigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.