zesentwintigjarige
- Geluid: zesentwintigjarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛsənˌtwɪntəxˌjarəɣə / (7 lettergrepen)
- zes·en·twin·tig·ja·ri·ge
- bn: zesentwintigjarig bn met de uitgang -e
- zn: afgeleid van zesentwintigjarig bn met het achtervoegsel -e
zesentwintigjarige
- verbogen vorm van de stellende trap van zesentwintigjarig
- De vulkaan werd weer actief na een zesentwintigjarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zesentwintigjarige | zesentwintigjarigen |
verkleinwoord |
- levend wezen dat 26 jaar oud is of iets dat 26 jaar bestaat
- De zesentwintigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen
- Het woord zesentwintigjarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.