zenuwpatiënte
- ze·nuw·pa·ti·en·te
- samenstelling van zenuw en patiënte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zenuwpatiënte | zenuwpatiënten zenuwpatiëntes |
verkleinwoord | zenuwpatiëntetje | zenuwpatiëntetjes |
de zenuwpatiënte v
- (medisch) iemand die lijdt aan een zenuwaandoening
- De zenuwpatiënte bezocht wekelijks het ziekenhuis.
- Het woord 'zenuwpatiënte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.