Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zend·tijd·in·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zendtijdindeling zendtijdindelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zendtijdindelingv

  1. (media) de indeling van zendtijd, de toekenning van bepaalde hoeveelheden zendtijd aan radio- of televisieomroepen
    • De NPS was ontevreden met de zendtijdindeling. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid