• zend uit
vervoeging van
uitzenden

zend uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzenden
    • Ik zend uit. 
  2. gebiedende wijs van uitzenden
    • Zend uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzenden
    • Zend je uit?