Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·re·la·ti·ve·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfrelativering zelfrelativeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfrelativeringv

  1. het zichzelf niet al te serieus nemen
     Humor en zelfrelativering hebben de grande dame van het Nederlandse chanson er altijd bovenop geholpen.[1]
     Dat het hebben van een groot gezin regelmatig gepaard gaat met slaaptekort en een gebrek aan privacy giet ze met de nodige zelfrelativering in haar stripreeks Parenting Is.[2]
     Het duo schreef samen al twee boeken, Te Lijf en IM Lijfboek. De actrices proberen in de boeken met zelfrelativering en humor het ouder worden en de overgang uit de taboesfeer te halen.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Arno Gelder
    “Liesbeth List: Ramses zou zó trots op me zijn geweest” (19-06-2015,), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Simone van Zwienen
    “Cartoonist Betje: Ik wil laten zien hoe ouderschap echt is” (10-04-2017), Tubantia
  3.   Weblink bron “Isa Hoes en Medina Schuurman spelen voorstelling over ouder worden” (02-03-2018), Tubantia