zelfrapportage
- zelf·rap·por·ta·ge
- samenstelling van zelf zn en rapportage zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfrapportage | zelfrapportages |
verkleinwoord |
de zelfrapportage v
- het uitbrengen van een verslag over zichzelf
- ▸ De resultaten zijn gebaseerd op zelfrapportage van de patiënten, waardoor ze enigszins vertekend kunnen zijn. Desondanks zeggen verslavingsdeskundigen dat de directheid van smartphone-gebaseerde hulp een nuttig middel kan zijn om een terugval te voorkomen.[1]
- ▸ Het CBS weet niet waar dit grote verschil vandaan komt, maar oppert dat het eraan zou kunnen liggen dat de zelfrapportage zich ook richt op lichtere vormen van criminaliteit, waar politie en justitie niet aan te pas komen.[2]
- Het woord zelfrapportage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Alcoholist blijft nuchter door app” (27 mrt. 2014), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “18 procent slachtoffer criminaliteit” (01 mrt. 2016), De Telegraaf