• zelf·over·stij·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfoverstijging zelfoverstijgingen
verkleinwoord

de zelfoverstijgingv

  1. het beter worden dan men was; het de grenzen van het eigen kunnen overschrijden
     Parallel daaraan plaatst Halik God in het kader van de liefde. Liefde is per definitie zelfoverstijging. „God is de diepte die wij binnengaan wanneer wij onszelf in de liefde overstijgen.”[1]


  1.   Weblink bron
    dr. A. J. Plaisier
    “Tomas Halik overspeelt zijn hand in ”Ik wil dat jij bent”” (07-07-2017), Reformatorisch Dagblad