zelfdiscipline
- zelf·dis·ci·pli·ne
- samenstelling van zelf en discipline
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfdiscipline | zelfdisciplines |
verkleinwoord | - | - |
de zelfdiscipline v
- sterke zelfbeheersing bij het regelen van zijn verplichtingen
- Het woord zelfdiscipline staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.