zelfbeperking
- zelf·be·per·king
- samenstelling van zelf en beperking
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfbeperking | zelfbeperkingen |
verkleinwoord |
de zelfbeperking v
- een beperking die iemand zichzelf oplegt
- Het woord zelfbeperking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.