zelfbeklag
- Geluid: zelfbeklag (hulp, bestand)
- zelf·be·klag
- samenstelling van zelf en beklag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfbeklag | - |
verkleinwoord | - | - |
het zelfbeklag o
- het bejammeren van de eigen omstandigheden
- Zijn eindeloze zelfbeklag hangt me de keel uit.
- Het woord zelfbeklag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.