zeilde mee
- Geluid: zeilde mee (hulp, bestand)
- zeil·de mee
vervoeging van |
---|
meezeilen |
zeilde mee
- enkelvoud verleden tijd van meezeilen
- Ik zeilde mee.
- Jij zeilde mee.
- Hij, zij, het zeilde mee.
- Ik zeilde mee.
- Het woord zeilde mee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.