Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeil mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meezeilen

zeil mee

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meezeilen
    • Ik zeil mee. 
  2. gebiedende wijs van meezeilen
    • Zeil mee! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meezeilen
    • Zeil je mee? 


Gangbaarheid