zegepoort
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ze·ge·poort
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zege en poort
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zegepoort | zegepoorten |
verkleinwoord | zegepoortje | zegepoortjes |
Zelfstandig naamwoord
- een zegeboog, triomfboog, erepoort.
Gangbaarheid
- Het woord 'zegepoort' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.