zeeschuimerij
- zee·schui·me·rij
- Naamwoord van handeling van het verouderde werkwoord zeeschuimen met het achtervoegsel -erij of afgeleid van zeeschuimer met het achtervoegsel -ij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeeschuimerij | - |
verkleinwoord | - | - |
de zeeschuimerij v
- (scheepvaart) het zich wederrechtelijk toe-eigenen van schepen op zee
- De zeeschuimerij rond de Hoorn van Afrika neemt steeds grotere vormen aan.
- Het woord 'zeeschuimerij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.