zeeplaats
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zee·plaats
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee en plaats
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeeplaats | zeeplaatsen |
verkleinwoord | zeeplaatsje | zeeplaatsjes |
Zelfstandig naamwoord
- een plaats aan zee gelegen.
- Scheveningen is een zeeplaats.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'zeeplaats' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.