zeedier
- zee·dier
- samenstelling van zee en dier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeedier | zeedieren |
verkleinwoord | zeediertje | zeediertjes |
het zeedier o
- (dierkunde) een dier dat zijn leven geheel of voor het merendeel in zee doorbrengt
- Een zeeschildpad is een echt zeedier, behalve dat de eieren op een strand gelegd worden.
- Als ze in het noorden van Canada wil overleven, moet ze haar dieet volgens de onderzoekers wel aanpassen. Daar leven vossen vooral van lemmingen, in Spitsbergen eten ze vooral zeedieren als zeevogels. [1]
- Het woord zeedier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeedier" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tubantia Kees Graafland 02-07-19 Poolvos doet het onmogelijke: loopt in recordtijd van Noorwegen naar Canada
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be