Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zan·de·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van zand met het achtervoegsel -erig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zanderig zanderiger zanderigst
verbogen zanderige zanderigere zanderigste
partitief zanderigs zanderigers -

Bijvoeglijk naamwoord

zanderig

  1. aan zand herinnerend, weinig samenhangend, met een korrelige structuur
    • Dit is tamelijk zanderige kalksteen. 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be