zandbad
- zand·bad
- samenstelling van zand en bad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zandbad | zandbaden |
verkleinwoord | zandbadje | zandbadjes |
het zandbad o
- het zich wentelen in zand door vogels, paarden enz. om zich te ontdoen van parasieten
- Deze vogels houden ervan veelvuldig zandbaden te nemen.
- Het woord zandbad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zandbad" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be