Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·melt in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inzamelen

zamelt (…) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzamelen
    • Jij zamelt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzamelen
    • Hij zamelt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inzamelen
    • Zamelt in! 

Gangbaarheid