• za·mel·de bij·een

uit zamelde (werkwoord) en bijeen, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

vervoeging van
bijeenzamelen

zamelde (...) bijeen

  1. enkelvoud verleden tijd van bijeenzamelen
    • Ik zamelde bijeen. 
    • Jij zamelde bijeen. 
    • Hij, zij, het zamelde bijeen.