bijeenzamelen
- bij·een·za·me·len
- samenstelling van bijeen bw en zamelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijeenzamelen |
zamelde bijeen |
bijeengezameld |
zwak -d | volledig |
bijeenzamelen [1]
- door zamelen bijeenbrengen
- Het woord bijeenzamelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.