zalmvisserij
- zalm·vis·se·rij
- samenstelling van zalm en visserij
- afgeleid van zalmvisser met het achtervoegsel -ij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zalmvisserij | zalmvisserijen |
verkleinwoord | zalmvisserijtje | zalmvisserijtjes |
de zalmvisserij v
- (visserij) het beroepsmatig vangen van zalm
- In 1870 was een ontwerpverdrag over de zalmvisserij, overeengekomen door deze Rijnoeverstaten, door de Staten-Generaal verworpen na protest van Nederlandse beroepsvissers.[1]
- Het woord zalmvisserij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ blz 7 Inventaris van het archief van de Gevolmachtigde voor de Zalmvisserij in het Stroomgebied van de Rijn,(1881) 1886-1926. Nummer Toegang 2.11.37.25