zaklopen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zak·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zak en lopen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zaklopen |
- |
- |
onvolledig |
Werkwoord
zaklopen
- (spel) een spel waarbij men zich tracht voor te bewegen met de benen in een baalzak
- De kinderen vermaakten zich uitstekend bij het zaklopen.
Gangbaarheid
- Het woord zaklopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaklopen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be