Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zakking zakkingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zakkingv

  1. de mate waarmee iets afdaalt tot een verlaagd niveau
    • Toch bleek de zakking na al die jaren slechts een paar milimeter te bedragen. 

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be