zakking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zak·king
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van zakken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zakking | zakkingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zakking v
- de mate waarmee iets afdaalt tot een verlaagd niveau
- Toch bleek de zakking na al die jaren slechts een paar milimeter te bedragen.
Gangbaarheid
- Het woord zakking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zakking" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be