zakenverkeer
- za·ken·ver·keer
- samenstelling van zaak en verkeer met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zakenverkeer | - |
verkleinwoord | - | - |
het zakenverkeer o
- (verkeer) verkeer dat een zakelijke reden heeft om te reizen
- Door sommigen wordt voorgesteld vracht- en zakenverkeer van het andere verkeer te scheiden.
- Het woord zakenverkeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.