zaagbok
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zaag·bok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaag en bok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaagbok | zaagbokken |
verkleinwoord | zaagbokje | zaagbokjes |
Zelfstandig naamwoord
de zaagbok m
- een meestal houten constructie waarop men een te zagen voorwerp kan plaatsen
- Op een zaagbok is het makkelijker zagen.
Gangbaarheid
- Het woord zaagbok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaagbok" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be