Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zaag in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inzagen

zaag (…) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzagen
    • Ik zaag in. 
  2. gebiedende wijs van inzagen
    • Zaag in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzagen
    • Zaag je in? 

Gangbaarheid