• intensiverende vorm van  zo bw  met een sterke klemtoon en zonder daaropvolgende bepaling die het versterkt [1]

  1. (informeel) heel erg goed
    • Ik kan niet zo goed zingen, maar haar stem is echt ! 
    • Ik vind het echt , dat je ondanks de regen toch bent gekomen. 
  2. met veel nadruk
    • Ik heb je nog gewaarschuwd! 
  3. (informeel) op heel korte termijn
    • Maak je geen zorgen, ik ben bij je. 
  • Meestal is "zó" gewoon de benadrukte vorm van het bijwoord zo "op deze manier" of "erg":
• Ik snap dat je geen zin hebt, maar komen we er nooit! 
• De zonsondergang was echt mooi. 
  1. Boon, Ton den & Rudi Hendrickx
    (red.), Van Dale: Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 15e druk, 3 delen, Utrecht/Antwerpen: Van Dale Uitgevers, 2015; ISBN 9789460772221; 4721 kol. 1