Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • yo·ga·oe·fe·ning
Woordherkomst en -opbouw
1 enkelvoud meervoud
naamwoord yogaoefening
verkleinwoord
2 enkelvoud meervoud
naamwoord yogaoefening yogaoefeningen
verkleinwoord yogaoefeningetje yogaoefeningetjes

Zelfstandig naamwoord

de yogaoefeningv

  1. het geregeld herhalen om vaardigheid en/of kennis op te doen
  2. een opdracht hetgeen geleerd is te oefenen
    • De yogaoefening werd tien keer uitgevoerd. 

Gangbaarheid