• word·pro·ces·sor
enkelvoud meervoud
naamwoord wordprocessor wordprocessors
wordprocessoren
verkleinwoord - -

de wordprocessorm

  1. (informatica) tekstverwerker
    • We nemen dan vaak met de nieuwigheid, ook het vreemde woord ervoor over. Soms verdwijnen die vreemde woorden gauw. Zo is de wordprocessor vervangen door de tekstverwerker en de display door het beeldschem. Dat heeft te maken met de mate waarin een nieuw begrip doordringt in het dagelijks leven. Wetenschappers of economen gebruiken veel Engelse vaktermen, maar die hebben daar geen last van. Integendeel: het is praktisch, want die mensen werken vaak veel met vakgenoten in het buitenland.[2] 
    • Sanders: „bij leenvertalingen neemt men enige vrijheid. Wordprocessor is ook niet woordverwerker geworden, maar tekstverwerker.[3]