woonomstandigheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woon·om·stan·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonomstandigheid woonomstandigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de woonomstandigheidv

  1. de situatie en omstandigheden van het wonen