woonden bij
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woonden bij (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwondə(n) ˈbɛi / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- woon·den bij
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijwonen |
woonden (…) bij
- meervoud verleden tijd van bijwonen
- Wij woonden bij.
- Jullie woonden bij.
- Zij woonden bij.
- Wij woonden bij.
Gangbaarheid
- Het woord woonden bij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.