wooncentrum
- Geluid: wooncentrum (hulp, bestand)
- woon·cen·trum
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wooncentrum | wooncentra wooncentrums |
verkleinwoord | wooncentrumpje | wooncentrumpjes |
het wooncentrum o
- een complex van appartementen met verschillende faciliteiten
- een grote woonwinkel
- een winkelcentrum met voornamelijk/alleen woonwinkels
- Het woord wooncentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.